Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA)

In 2024 treden waarschijnlijk de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen  in werking. Als gevolg daarvan zal er een overheveling van het bevoegd gezag voor de bodemtaken van provincie naar gemeenten plaatsvinden. De financiële effecten van de implementatie van deze wetten, is nog steeds niet helder. Uit een eerste onderzoek blijkt dat de invoering Evan de Wkb ons €50.000 extra kost. Dit is nog maar een voorlopige inschatting en het kan nog veel hoger (of lager) worden. Momenteel zijn we aan het onderzoeken hoe we de legesverordening moeten aanpassen om in 2024 nog zoveel mogelijk kostendekkend te zijn.  Hierin trekken we zoveel mogelijk samen op met de gemeente Lingewaard

3.1   Financiële ontwikkelingen en ombuigingen

3.2   Financieel overzicht

Voor niet gemeenschappelijke regelingen alleen 2021 invullen.

4.1 Gekwantificeerde risico’s in relatie tot het weerstandsvermogen / risicobeperkende maatregelen

De partijen zijn gezamenlijk eigenaar en opdrachtgever van de Omgevingsdienst Regio Arnhem. ODRA onderscheidt vijf type risico’s:

Risico’s met betrekking tot de exploitatie
Het meest reële risico is dat de omzet niet wordt gehaald, terwijl de (vaste) kosten doorlopen. Dit treedt op als een deel van het vraag-gestuurde werk in de werkpakketten (bv. vergunningaanvragen, projecten die vertragen) niet wordt gerealiseerd. De afgelopen periode is wel gebleken dat dit risico actueel is. Zo zij bijvoorbeeld veel evenementen niet doorgegaan en zorgen ook strenge stikstofeisen ervoor dat projecten vertraging oplopen. De ODRA mitigeert dit door het opstellen van een dynamische capaciteitsplanning waarmee de werving en inhuur van medewerkers kan worden gestuurd.

Risico’s met betrekking tot de taakuitvoering
De ODRA kan aansprakelijk worden gesteld voor fouten en nalatigheid in de uitvoering. Omdat burgers en ondernemers ‘mondiger’ worden en ook als zodanig acteren, wordt dit risico groter. Het risico is in principe via een verzekering afgedekt. Daarnaast ligt de impact van het handelen van de ODRA steeds meer onder een vergrootglas. Steeds meer berichten in de media over de omgevingsdiensten, onderzoeken naar functioneren van het VTH-stelsel (I&W/ commissie Aartsen) en de toegenomen Wob-verzoeken kunnen impact hebben op het imago en indirect op de bedrijfsvoering. De ODRA kan hierop anticiperen door scherp te blijven focussen op de kwaliteit van de dienstverlening.

Het risico van frictiekosten
Frictiekosten ontstaan meestal als gevolg van grote veranderingen in de organisatie. Bijvoorbeeld als partners besluiten om de niet-wettelijke taken in eigen beheer op te pakken. Ook kunnen grote fricties ontstaan bij medewerkers die (niet meer) passen op het werk dat moet worden uitgevoerd. Financieel wordt jaarlijks €100.000 gereserveerd voor personele frictie.

Het risico om niet te voldoen aan algemene wet- en regelgeving, zoals belastingwetten, AVG en internationale verordeningen
Dit risico heeft vooral een effect heeft op het imago en (als het heel erg is) ook een afkeurende accountantsverklaring. In 2022 moet het ODRA-bestuur voor het eerst zelf een controleverklaring gaan opstellen. Deze is grotendeels gericht op de compliance op onder meer Europese aanbesteding, Fraudepreventie, AVG, enz.

Liquiditeit
Aan het begin van elk kwartaal betalen de partners een kwart van het werkprogramma als voorschot. Zonder dit systeem zou ODRA niet aan haar betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Het eigen vermogen is immers gelimiteerd tot een € 0,5 miljoen.

4.2 Risicobeheersing (toezicht, advisering en invloed)

De gemeenteraad kan ten aanzien van de ontwerpbegroting van de ODRA een zienswijze naar voren brengen bij het Dagelijks Bestuur van de ODRA. Deze zienswijze wordt, voorzien van een reactie, samen met de begroting aangeboden aan het Algemeen Bestuur van de ODRA. De wethouder van Renkum is lid van zowel het AB als het DB. Voor een begrotingswijziging geldt dezelfde procedure.

De samenwerking is voor een aantal taken (basistaken) vanuit het Rijk opgelegd. Andere taken (bijvoorbeeld bouwvergunningverlening) hebben we vrijwillig bij de omgevingsdienst ondergebracht. De ODRA moet op een efficiënte maar ook klantgerichte manier de taken voor ons uitvoeren. Over het algemeen verloopt de samenwerking goed maar we moeten daar wel goed op blijven sturen.